21-01-2019
IN DE LEER BIJ… MOEDER TERESA
Weinigen die zichzelf zo wegcijferen voor het welzijn van anderen als zij deed. Maar alle lof die zij hiervoor kreeg, wuifde zij nederig weg. “Ik ben slechts een dun potlood in de hand van de Heer.” Daarom… In de leer bij Moeder Teresa.
Haar naam wordt steevast genoemd in het illustere lijstje leiders Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela. Haar onvermoeibare inzet en onuitputtelijke liefde voor de allerarmsten van deze wereld spreekt tot de verbeelding. Want wat beweegt iemand huis en haard te verlaten en afstand te doen van al haar privileges, omwille van de verstotenen van onze samenleving? De wijze waarop Moeder Teresa het voorbeeld van haar “Bruidegom” Jezus volgde, was zo radicaal, dat velen haar bewonderen, maar weinigen het kunnen opbrengen haar hierin te volgen.
Los van de heldere Bijbelse opdracht om weduwen en wezen bij te staan in hun nood, ligt bij Moeder Teresa ook een duidelijke persoonlijke roeping ten grondslag aan haar levensmissie. Op haar twaalfde jaar wist Agnes Gonxha Bojaxhiu al dat zij een roeping had voor de armen. Zes jaar later trad zij toe tot de Orde van de zusters van Loreto. Een jaar later vertrok de in Skopje (Macedonië) geboren jonge vrouw naar Calcutta. Een periode van geestelijke vorming volgde, hetgeen in 1931 resulteerde in haar eerste geloften. Toen al deed zij de gelofte een leven te leiden van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Zuster Teresa werd toegewezen aan de Loreto-gemeenschap in Calcutta. Haar taak werd lesgeven op een meisjesschool.
Dit werk deed zij vol overgave. Al bleek het niet altijd even gemakkelijk te gaan. “Het leven van een missionaris gaat niet over rozen, in feite meer over doorns; maar al met al is het leven vol blijdschap en vreugde wanneer zij bedenkt dat ze hetzelfde werk doet dat Jezus deed toen Hij op aarde was, en dat zij bezig is het gebod van Jezus te vervullen: ‘Ga en onderricht alle volken’”, aldus de zuster in een brief aan een katholiek tijdschrift.
Niet alleen haar vroomheid viel al snel bij haar medezusters op. “Ook waardeerden zij haar grote gevoel voor humor en haar aangeboren organisatietalent en leiderschap. Bij alles wat zij ondernam, toonde zij een ongewone tegenwoordigheid van geest, gezond verstand en moed”, volgens haar biograaf Brian Kolodiejchuk in het zeer indringende boek Moeder Teresa; Kom, wees mijn licht.
Belofte aan God
In 1942 deed Moeder Teresa iets wat haar leven een paar jaar later volledig op zijn kop zou zetten. Zij deed God namelijk de gelofte dat zij Hem, op straffe van de doodzonde, alles zou geven wat Hij haar maar zou vragen. Zij zou Hem niets weigeren. Rick Warren, auteur van Doelgericht leven, zei eens dat het gebed ‘God, gebruik mij’ het gevaarlijkste gebed is dat je kunt bidden. “God zal dit gebed namelijk verhoren. En dit op een manier die je zelf misschien nooit voor mogelijk zou houden.” Dit ging in ieder geval op voor de roeping die God voor Moeder Teresa in petto had.
In de jaren die volgden, kreeg Moeder Teresa steeds meer verantwoordelijkheden toegewezen. Haar leiderschapskwaliteiten bleven niet onopgemerkt. Of zoals een van haar zusters verwoordde: “Zij is een uiterst onbaatzuchtig wezen. In haar zelfopoffering is ze buitengewoon. Voor de liefde van God is ze in staat alles te doen, iedere vernedering, ieder lijden te verdragen.”
Op haar zesendertigste vertrok Moeder Teresa naar het Loreto-klooster in Darjeeling, voor haar jaarlijkse retraite. Tijdens de treinreis op 10 september 1946 kreeg zij antwoord op haar gebed van vier jaar daarvoor. Zelf schreef zij over deze ‘mystieke ervaring’ het volgende:
“Het was een roeping binnen mijn roeping. Het was een tweede roeping. Het was een roeping om zelfs Loreto, waar ik heel gelukkig was, op te geven en de straat op te gaan om de armsten der armen te dienen. Het was in die trein, dat ik de oproep hoorde om alles op te geven en Hem te volgen de sloppen in – om Hem te dienen in de armsten der armen… Ik wist dat het zijn wil was en dat ik Hem moest volgen. Er was geen twijfel aan dat het zijn werk zou gaan worden.”
Toch duurde het nog enkele jaren voordat Moeder Teresa haar Missionaries of Charity oprichtte. Niet dat zijzelf aan Gods steeds terugkomende roeping twijfelde, maar zij wilde wachten totdat zij officieel toestemming kreeg van haar religieuze meerderen. En die toestemming kwam niet. Niet voordat zij ervan overtuigd waren dat het werkelijk God was geweest die hun zuster tot deze overgave riep. En hoe hevig het vuur ook in haar brandde, Moeder Teresa bleef haar meerderen gehoorzaam en besloot niet op eigen initiatief te handelen.
Wel schreef zij hun geregeld om er bij hen op te blijven aandringen haar te laten gaan. Zo schreef zij aan aartsbisschop Périer in maart 1947 het volgende: “Laat mij gaan, Monseigneur, laat me mezelf geven voor hen, mijzelf offeren en degenen die zich bij mij zullen aansluiten voor die ongewenste armen, de kleine straatkinderen, de zieken, de stervenden, de bedelaars, laat me hun krotten binnengaan en in hun gebroken huisgezinnen de vreugde en vrede van Christus brengen. Ik weet dat u bang bent om mij. U bent bang dat de hele onderneming een mislukking wordt. Wat maakt het uit? Is het niet de moeite waard ieder mogelijk lijden te doorstaan voor slechts één enkele ziel? Deed onze Heer niet hetzelfde: wat een mislukking was zijn kruis op Golgota – en alles voor mij, een zondares.”
En Moeder Teresa ging verder in dezelfde brief: “Ik kan u oprecht vanuit mijn hart zeggen dat ik niets zal verliezen. Ik weet dat ze mij van hoog tot laag zullen uitlachen. Ze zullen denken dat ik een dwaas ben, trots, gek, enzovoort. Stel dat de goede God mijn naam wil? Ik ben de Zijne en de Zijne alleen. De rest heeft geen greep op mij. Ik kan zonder alle anderen als ik Hem heb.”
Op verzoek van de aartsbisschop schreef Moeder Teresa haar visie en beoogde strategie op voor de te vormen Charity. En ook nu weer bleek zij over bijzondere leiderschapskwaliteiten te beschikken. In een uitgebreide brief schreef zij precies wat zij voor ogen had en waar medewerkers aan moesten voldoen. Zo was zij duidelijk over de visie, over wat de innerlijke drijfveren van iedereen moesten zijn en welke waarden bovenaan stonden. Ook had zij goed nagedacht over de vraag hoe zij het best haar nieuwe doelgroep kon bereiken. En ook nu ging zij – hoe kan het ook anders? – in de leer bij haar geliefde Jezus. “Wie een Missionary of Charity wil worden, zal Indiaas moeten worden, zich kleden als zij, leven als zij.” Op 6 januari 1948 kreeg Moeder Teresa eindelijk toestemming gehoor te geven aan haar roeping. In augustus begon zij officieel met haar Missionaries of Charity. Hoewel zij dit laatste overigens met klem zou ontkennen. Dit was niet háár initiatief, maar dat van God zelf.
Innerlijke duisternis
Terwijl het werk van de Missionaries of Charity zich onder leiding van Moeder Teresa wereldwijd uitbreidde, ging zij zelf gebukt onder een innerlijke duisternis. Er was niemand die hiervan afwist, afgezien van haar twee geestelijke vaders, aan wie zij met enige regelmaat brieven schreef waarin zij zich volledig blootgaf. Ondanks dat zij hun smeekte deze brieven te vernietigen, werden deze in 2007 voor het eerst gepubliceerd. In het boek Kom, wees mijn licht, waarin veel van deze brieven zijn opgenomen, leren wij een Moeder Teresa kennen die lang achter haar vertrouwde glimlach verborgen bleef. Decennialang deed zij niet alleen wat Jezus deed, maar leek zij ook te voelen wat Hij voelde toen Hij het aan het kruis uitschreeuwde: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” Zo schrijft Moeder Teresa dat haar eigen ziel “gehuld blijft in diepe duisternis en verlatenheid’’.
Uit de brieven die zij schreef, blijkt dat deze verlatenheid niet slechts een tijdelijke duisternis was. Moeder Teresa leefde decennialang in uitzonderlijke eenzaamheid. Zelfs God, naar wie haar diepste verlangen uitging, had haar naar haar gevoel verlaten. En toch hield zij vol: “Ik wil Hem liefhebben zoals Hij nog nooit is liefgehad – en toch is er die afgescheidenheid – die verschrikkelijke leegte, dat gevoel dat God afwezig is.” Of zoals Kolodiejchuk het in zijn boek verwoordt: “Willens en wetens bood ze aan zelfs de eeuwigheid door te brengen in deze vreselijk kwellende duisternis als dit Jezus zou behagen en als maar één enkele persoon Hem daardoor zou liefhebben. Haar liefde voor God ging hand in hand met haar liefde voor haar naaste.”
Oproep aan anderen
En dus zette Moeder Teresa haar werk voort. En dit niet langer in de anonimiteit waarin zij zich zo graag bevond. Steeds meer kwam zij in de schijnwerpers te staan. Terwijl vele anderen bewijzen niet met deze druk te kunnen omgaan, bleef Moeder Teresa dicht bij haar Bron en bleef zo dus dicht bij zichzelf. Pater Neunen zei hierover eens het volgende: “Toen ze overal ter wereld overladen werd met eerbewijzen, beïnvloedde dat haar niet in het minst. Ze had alles, haar gehele zijn, aan God gegeven.”
Moeder Teresa begon haar bekendheid wel in te zetten met als doel zo nog meer aandacht te vragen voor sociale ongerechtigheid. Zo gebruikte zij haar Nobelprijs voor de Vrede in 1979 om iedereen op te roepen op zoek te gaan naar mensen die leefden in de “hartverscheurende armoede van ongewenst, onbemind of veronachtzaamd te zijn door hun eigen familie”. Zo kon iedereen een missionaris van liefde zijn, zo stelde zij.
In haar rede bij het in ontvangst nemen van de Nobelprijs vroeg zij met nadruk aandacht voor de ongeboren kinderen. “Naar mijn mening is de grootste vernietiger van de vrede op het ogenblik abortus, want dat is regelrechte oorlog, regelrechte doodslag, regelrechte moord door de moeder zelf. (…) Er zijn veel mensen die zich heel, heel veel zorgen maken om kinderen in India, om de kinderen van Afrika, waar grote aantallen sterven, door ondervoeding, door honger enzovoort, maar er sterven er miljoenen door opzet, door de wil van de moeder. En dat is de grootste vernietiger van de vrede op dit moment. Want als een moeder haar eigen kind kan doden, wat weerhoudt mij er dan van jou te doden en jij mij?” Pittige taal, voor een klein vrouwtje met een groot hart voor de zwaksten uit de samenleving.
In 1985 werd Moeder Teresa door de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Javier Pérez de Cuéllar, de machtigste vrouw ter wereld genoemd. En ook nu nog, zo veel jaren na haar dood op 5 september 1997, schreeuwt haar leiderschap erom om – op wat voor manier dan ook – gevolgd te worden.
Voor dit artikel is o.a. gebruik gemaakt van Brian Kolodiejchuk, Moeder Teresa; Kom, wees mijn licht, uitgeverij Tirion, Baarn.
Lees hier ook In de Leer bij Martin Luther King jr.
Lees hier ook In de Leer bij Abraham Lincoln
Lees hier ook In de leer bij Desmond Tutu
Lees hier ook In de leer bij Gandhi
Lees hier ook In de leer bij Pater Damiaan
Lees hier ook In de leer bij William Wilberforce
Lees hier ook In de leer bij Franklin Delano Roosevelt
Lees hier ook In de leer bij Dietrich Bonhoefer
Lees hier ook In de leer bij Billy Graham
Lees hier ook In de leer bij Bono