Natuurlijk zijn veel praktische zaken voor effectief leiderschap aan te leren. Maar zo lang het hart van de leider wordt geregeerd door trots of angst, is het geen beginnen aan.

De enige die effectief leiderschap in de weg kan staan, is de leidinggevende zelf. Eerder schreef ik al het blog ‘Waarom iedere leidinggevende naar een psycholoog moet’. In navolging van Manfred Kets de Vries (zie samenvatting van ‘Wat leiders drijft’) stel ik dat we eerst ons zogenoemde ‘innerlijk theater’ moeten kennen, willen we er echt voor de ander kunnen zijn. Een enge zoektocht, want wat we diep van binnen aantreffen, kan ons best wel eens onaangenaam, verrassen.

Ken Blanchard schrijft in diverse van zijn boeken terecht dat leiderschap begint bij het hart van de leider. We kunnen nooit dienende leiders zijn, wanneer we in de kern nog worstelen met onszelf. Twee gevoelens die ons de das om kunnen doen zijn trots en angst.

Trots:
In dit geval hebben we een te hoge dunk van onszelf. We zijn ervan overtuigd dat we de beste zijn en dat de organisatie waar wij werken direct in elkaar stort wanneer wij niet stevig de touwtjes in handen houden.

Trots uit zich onder andere in:
– Opschepperij
– Al de credits voor eigen rekening nemen
– Uitsloven
– Alleen zelf aan het woord zijn
– Alle aandacht opeisen

Angst:
Gevaarlijk dan trots, is misschien wel leiden uit angst (een trotse houding kan hiervan een uiting zijn). In dit geval zijn we juist erg onzeker van onszelf en klampen we vast aan onze positie (zie ook het blog ‘Kietelen van ons ego’).


Angst uit zich onder andere in:
– Achter je positie verschuilen
– Informatie voor jezelf houden – niet transparant durven zijn
– Anderen intimideren
– Alle controle willen houden en niets uit handen durven geven
– Niet open staan voor feedback

Twee ‘aandoeningen’ dus die met de wortel aangepakt moeten worden, willen medewerkers, klanten en de hele organisatie er niet de dupe van worden.


Lees meer over Dienend Leiderschap >>