15-05-2020
RECENSIE: DE WETENSCHAP VAN SUCCES
In mijn uitleg van het situationeel leiderschapsmodel vertel ik in trainingen meestal het verhaal hoe ik jaren geleden mijn rijbewijs haalde. Ik vertel hier als grap wel eens bij dat ik bewust niet vertel hoe ik heb leren skiën, omdat ik daarin nooit verder ben gekomen dan het tweede ontwikkelingsniveau, die van de ontgoochelde leerling. Maar na het lezen van ‘De wetenschap van succes’ begin ik te geloven dat zelfs ik, iemand die het woord ‘kluns’ had kunnen uitvinden, een professioneel skiër had kunnen worden…
De boodschap van auteur Jeroen de Flander is duidelijk: uitblinken is niet aangeboren, maar aangeleerd! En eerlijk is eerlijk, ik ben wat sceptisch. In mijn treurige voetbalcarrière in de C3 en B3 van een plaatselijke voetbalclub scoorde ik meer eigen goals dan doelpunten in het doel van de tegenstander. En nee, dit is helaas geen geintje… Had ik werkelijk een Messi kunnen zijn? Of, om de lat ietsje lager te leggen, een Luuk de Jong?
Flander vertelt het bijzondere verhaal van opvoedingspsycholoog Lásló Polgár die een bizar experiment uitvoerde. Polgár wilde bewijzen dat genialiteit niet is aangeboren, maar kan worden getraind en aangeleerd. Daarom zocht hij een vrouw die kinderen met hem wilde krijgen om dit te bewijzen. Klára wilde de uitdaging wel aangaan, en gelukkig mocht ze Polgár ook wel, en trouwde met hem. Samen kregen zij – net als mijn vrouw en ik trouwens – drie dochters. Polgár, zelf een amateurschaker, besloot zijn meisjes een schaaktraining te geven. Niet zomaar een training, maar een intensieve. Het resultaat mocht er zijn… Alle drie wonnen zij al op jonge leeftijd de ene schaakwedstrijd na de ander. De oudste werd vier keer wereldkampioen bij de vrouwen, de tweede staat nog bekend als het ‘mirakel van Rome’, omdat ze acht wedstrijden op rij won tegen enkele van de beste mannelijk schakers ter wereld en de derde dochter staat bekend als de beste vrouwelijke schaakspeler ter wereld.
Ik kijk nog een keer naar mijn dochters die op moment van schrijven ‘The Voice Kids’ zitten te kijken. Schatjes (vaak dan…), maar schaakgrootmeesters? Ik kan het mij nog steeds niet voorstellen.
En toch… De bewijslast die Flander in zijn zeer toegankelijke boek neerlegt, brengt mij aan twijfelen. Aan de hand van het ene na het ander wetenschappelijke onderzoek toont de professor aan de Tias Business School aan dat we kunnen leren om uit te blinken. We worden niet geboren als uitblinkers, we kunnen er in groeien.
Wat hiervoor nodig is, is onder andere passie en zingeving. “Passie doet het vuur ontbranden, zingeving zorgt dat het vuur blijft branden. Om onze prestaties te verbeteren, hebben we beide nodig,” aldus Flander.
Tweede les is dat wij om “in welk domein dan ook” een echte meester te worden, we onze vaardigheden moeten ontwikkelen via een techniek die ‘gericht oefenen’ wordt genoemd. De auteur geeft aan dat dit verder gaat dan heel veel oefenen (of zoals ook wel beweerd wordt 10.000 uur iets doen), maar naast herhaling, ook “herhaalde fouten te ontdekken en aan te pakken en een persoonlijke ontdekkingstocht aan te gaan door eurekamomenten te leren herkennen, die om te zetten in unieke bouwstenen en een trainingsmethode te bedenken om die aan het repertoire toe te voegen.”
Een uitblinker word je dus niet door talent te hebben, maar door naast keihard werken, de juiste technieken toe te passen en een goede mindset te hebben. Pessimisten, zo blijkt weer uit wetenschappelijk onderzoek, bereiken minder dan optimisten. Ik zou mij bij het lezen bij ‘De wetenschap van succes’ bijna schuldig voelen dat mijn dochters nu naar The Voice zitten te kijken en niet zelf op het podium staan. Al is het misschien een kwestie van tijd en de lessen van Flander alsnog toepassen. Want een van hen zong al in het koor van Kinderen van Kinderen, zingt regelmatig covers in voor op YouTube en heeft echt wel een gouden strotje… Kom ik toch weer uit op een beetje talent…
De wetenschap van succes
Jeroen de Flander
Koop het boek hier