15-10-2021
WAAROM WE ALTIJD REËEL MOETEN BLIJVEN
Toen de Amerikaanse admiraal James Stockdale op 9 september, 1965, voor een missie boven het noorden van Vietnam vloog, werd zijn toestel neergeschoten. Met een parachutesprong redde hij zijn leven. Het bleek een sprong in een diep gat; hij werd gevangengenomen en als krijgsgevangene naar de beruchte Hỏa Lò Prison gebracht. In deze Hanoi Hilton werd hij jarenlang gevangengehouden en verschrikkelijk gemarteld. Stockdale overleefde het.
Eenmaal in vrijheid werd hem gevraagd wie het krijgsgevangenschap wel en niet overleefden. Zijn antwoord was even duidelijk als verrassend. Degene die het niet overleefden, waren de optimisten.
Daar ga je dan met je slogan ‘Hoop doet leven’.
Stockdale legde uit: ‘De optimisten riepen dat we met Kerst vrij zouden zijn. Maar met Kerst zaten we nog vast. Met Pasen, met Pasen, zijn we vrij, riepen ze vervolgens. Ook dit bleek niet het geval te zijn. Met Thanksgiving, ja dan, dan zouden we echt vrij zijn… De optimisten stierven aan een gebroken hart.’
Hij trekt daarom de volgende conclusie: ‘Je moet naast het geloof in een goed einde altijd de harde realiteit onder ogen blijven zien.’
Blijf reëel
Onderzoeker en auteur Jim Collins gebruikt het verhaal van Stockdale om een belangrijke (leiderschaps)les mee te geven: blijf altijd reëel over zowel de situatie waarin je zit (dus bagatelliseer het niet met kreten als ‘elk probleem is een uitdaging’) en blijf reëel over de hoop op een betere toekomst. Dus niet het een of het ander, maar beide.
Niet voor niets geeft Collins dit idee de naam ‘Stockdale-paradox’ mee. Het is lastig om de twee naast elkaar te laten bestaan. Want vaak schieten we óf door naar de ene kant óf naar de andere kant: ‘problemen bestaan niet’ vs ‘het leven is verschrikkelijk en het komt nooit meer goed.’
Stockdale overleefde het krijgsgevangenkamp. Aan ons om hem als voorbeeld te nemen tijdens de moeilijke perioden in ons leven die we moeten zien te overleven: de reorganisatie, onze relatieproblemen, de drugsverslaving van ons kind, onze moeizame verhouding met onze ouders.
Feiten onder ogen zien
Wie net als Stockdale alle reden had om het leven niet meer te zien zitten en alle hoop op te geven, was bijbelfiguur Job. Wat een fascinerend verhaal is dat. Job verloor werkelijk alles wat hem lief was. En ja, wat een pijn had hij. Pijn, die hij uitte naar z’n vrienden. Maar Job zette hier geen punt. Hij bleef de feiten onder ogen zien (hoe kon hij ook anders), maar hield ook hoop.
Toen hem over de dood van zijn kinderen was verteld, scheurde hij zijn kleren en schoor zijn hoofd kaal. In die tijd gaf dat aan dat je in diepe rouw was en je verdriet helemaal doorleefde. Maar hij deed meer. Hij wierp zich neer in het stof. En, zoals in een Engelse vertaling staat: he worshipped: hij sprak uit dat zijn hoop op God gevestigd was. Dat was geen goedkope worship, begeleid door een spetterende kerkband waarmee je de harde realiteit kunt wegjubelen, maar zwaarbevochten oprechte aanbidding.
Het verhaal van Job onderstreept het verhaal van Stockdale en er is nog een overeenkomst tussen de twee, die interessant is voor leiders. Zoals de vrienden van Job zagen hoe hij met zijn ellende omging, zagen de andere krijgsgevangenen hoe Stockdale omging met de martelingen en ontberingen tijdens het krijgsgevangenschap. Hij was in rangorde namelijk de hoogste militair die gevangen zat. En Stockdales houding maakte dat de anderen zich aan hem konden optrekken.
Zo kun je van invloed zijn op je omgeving: aan deze manier van omgaan met ellende kunnen we allemaal een voorbeeld nemen. Op het werk, in de kerk en thuis.
Dit blog verscheen eerder op Lazarus en maakt deel uit van een nieuwe serie over (persoonlijk) leiderschap
Zie ook:
– Wat macht met ons kan doen
– Waarom we altijd reëel moeten blijven
– Eenzaam aan de top
– Schaamteloos
– Waarom we nooit van mening veranderen