Als er iets is waarmee Barack Obama uitblonk, waren het wel zijn speeches. Obama ontwikkelde zich als een sprekerskanon. Een machtig wapen dat hem aan het presidentschap hielp en dat hij gedurende zijn twee termijnen in zowel binnen- als buitenland veelvuldig inzette om zijn visie te delen en zijn beleid erdoor te drukken. In zijn memoires ‘Een beloofd land’ leren wij hoe Obama groeide als storyteller.
Dat Obama een begaafd spreker is, zal niemand betwisten. Maar ook Obama stond niet van de ene op de andere dag te schitteren op het podium. Zelf beschrijft hij zijn toespraken als jongeman als “stijfjes, doorspekt met beleidsjargon, met weinig ruimte voor inspiratie en humor.” Daarnaast vond Obama het lastig om over zichzelf te praten. “Als opbouwwerker was ik getraind om op de achtergrond te blijven.” Maar Obama groeide in zijn rol op het podium. “Ik werd er beter in, relaxter.” En zo vervolgt hij, “langzaamaan groeide mijn achterban.”
Wat Obama maar moeizaam heeft kunnen afleren, als hem dit gezien het volume van zijn boek en de interviews die hij geeft überhaupt al gelukt is, is zijn boodschap kort en krachtig te formuleren. “Ik moest leren hoe ik mijn ideeën kon overbrengen in krachtige soundbites,” schrijft hij zelf. “Ik moest een campagne voeren die minder over beleidsplannen ging en meer over de persoonlijke verbinding met kiezers.” Zodoende leerde Obama de kracht van storytelling in te zetten. De campagne ging niet over hem, maar hij was een spreekbuis geworden “waardoor mensen het belang van hun eigen verhalen en hun eigen waarde zouden kunnen herkennen en met elkaar konden delen.”
Obama’s grote doorbraak, was te danken aan, jawel, een toespraak. En wel een die hij hield tijdens de Democratische Nationale Conventie in 2004. In voorbereiding op deze toespraak oefende hij voor het eerst met autocue. Zijn coach wees hem er nog fijntjes op dat de microfoons het prima deden, en Obama dus niet hoefde te schreeuwen…
“Ik heb de video van de toespraak maar een keer helemaal afgekeken,” schrijft Obama. “In mijn eentje, lang nadat de verkiezingen voorbij waren, om grip te krijgen op wat er die avond in de zaal gebeurde. Met make-up zie ik er onmogelijk jong uit en ik zie wat zenuwen in het begin, momenten waarop ik te snel ga of te langzaam, mijn gebaren een beetje onbeholpen, wat mijn onervarenheid verraadt.”
Obama beschrijft dat er vervolgens een punt komt waar hij zijn cadans vindt. “De menigte wordt eerder stil dan dat het juicht. Het is een soort moment dat ik zou gaan herkennen in de jaren die volgden, op bepaalde magische avonden. Dan is er een fysieke ervaring, een stroom die van emoties die heen en weer gaan tussen jou en het publiek, alsof jouw leven en het hunne polotseling samenvloeien, als een filmrol, die terug en vooruit spoelt in de tijd, en je stem staat op het punt van breken, omdat je ze een ogenblik diep kunt voelen; je kunt ze in hun geheel zien. Je bent een collectieve geest binnengedrongen, iets wat we allemaal kennen en waarnaar we verlangen – een gevoel van verbondenheid dat onze verschillen tenietdoet en vervangt door een gigantische golf aan mogelijkheden- , en net als alle dingen die er het meest toe doen weet je dat dit moment vluchtig is en dat de betovering spoedig zal worden verbroken.”
Oordeel zelf:
Wat opvalt in zijn speech, is dat Obama begint met het vertellen van verhalen. Niets dat toehoorders zo kan meenemen, als storytelling. Al bleek dat ook voor Obama de verleiding groot bleef om vooral in details te treden tijdens toespraken. Totdat zijn rechterhand David Axelrod Obama tijdens een campagne tot de orde riep, nadat hij in een toespraak weer veel te gedetailleerd was ingegaan op een bepaalde kwestie. Obama: “Als er een uitzondering was op een bewering die ik zojuist had gedaan, dan stipte ik dat niet even aan; ik kwam met voetnoten. ‘Je bent het belangrijkste vergeten!’ schreeuwde Axe bijna nadat hij me maar door en door en door had horen gaan. Een dag of twee focuste ik mij dan op bondigheid, maar ineens kon ik me dan toch niet inhouden, en gaf ik een uitleg van tien minuten over de nuances van handelsbeleid of de snelheid waarmee de poolkappen smelten.” Na afloop vroeg Obama vervolgens aan Axe wat hij van zijn toespraak vond, zelf in zijn nopjes over zijn grondigheid. Het antwoord van zijn vriend was duidelijk: “Je krijgt een tien voor kennis, maar nul stemmen.”
Ook wat betreft het voeren van debatten moest Obama veel leren. Ook nu was hij namelijk geneigd veel te veel in details te treden en kijkers te vermoeien met wat wel de ‘vloek van kennis’ wordt genoemd. Of in andere woorden: zoveel over een materie weten, dat je je toehoorders in coma klets met je know how. Weer was het Axelrod die Obama enkele wijze lessen meegaf. “Het gaat erom dat je je boodschap uitdraagt. Wat zijn je waarden? Wat zijn je prioriteiten? Daar gaat het de mensen om. […] Pak elke vraag aan die ze je stellen, geef ze een snel zinnetje zodat het lijkt alsof je antwoord hebt gegeven… En praat dan over de dingen waar jij over wilt praten.”
Obama kwam er steeds meer achter dat het in debatten gaat om de juiste snaar te raken, een emotie op te roepen. “Of ik het nu leuk vond of niet, mensen werden geraakt door emoties, niet door feiten.” En hij voegt hier het volgende aan toe: “Om de beste in plaats van de slechtste emoties op te roepen; om onze goede kanten te staven met redelijkheid en degelijk beleid; om een optreden te geven en toch de waarheid te spreken – dat was de hindernis die ik moest nemen.”
Obama leerde dus meer verhalen te delen. “Mijn gebruikelijke voorverkiezingstoespraak werd minder abstract, minder vanuit het hoofd en meer vanuit het hart. Mensen hoorden hun eigen levens terug in deze verhalen, kwamen erachter dat ze niet alleen waren met hun problemen, en met die kennis meldden zich steeds meer van hen aan om namens mij vrijwilligerswerk te doen.” Kortom; storytelling betaalde zich voor Obama keihard uit.
Gedurende zijn campagne en presidentschap zette Obama dit wapen steeds meer en meer in. Toen hij onder vuur kwam te liggen wegens zijn connecties met dominee Wright, besloot Obama een speech te houden over de rassenkwestie. Miljoenen mensen keken zijn toespraak live op televisie. Obama: “De toespraak maakte een eind aan de problemen.”
Om krediet op te bouwen in Europa hield Obama een speech in Berlijn:
En om iedereen duidelijk te maken hoe zijn antiterreurbeleid eruitzag, besloot Obama twee speeches te houden waarin hij dit thema oppakte. “De eerste was bedoeld voor het thuisfront […] de tweede, die in Cairo gehouden zou worden zou voor een internationaal publiek zijn.”
Deed Obama dit alleen? Uiteraard niet! Hij schakelde jonge, zeer getalenteerde speechschrijvers in, zoals Jon Favreau en Ben Rhodes. Zij hielpen Obama zijn verhaal zo te brengen dat hij niet verzandde in ingewikkelde betogen, maar de harten van zij toehoorders wist te raken.
Enkele lessen op een rijtje:
- Spreken in het openbaar is een vaardigheid die je kunt leren!
- Durf jezelf te laten zien in je speech.
- Gebruik – waar mogelijk – humor. (En ja, dit kan zelfs in een begrafenisrede…)
- Zoek verbinding met je toehoorders. Weet wie zij zijn en wat hun verhaal is.
- Gebruik verhalen, verhalen en verhalen! De kracht van je speech zit hem in storytelling.
- Beperk je in je speech tot de belangrijkste punten. Voorkom dat je alles wat je aan kennis in huis hebt in een toespraak wilt delen.
- Laat zien dat je gepassioneerd bent over je onderwerp.
- Spreek de waarheid.
- Laat je hart zien en spreken.
- Laat je begeleiden door speechwriters.
Meer leren van Obama?
Lees hier de bespreking van het boek ‘Een beloofd land’.
Lees hier ‘Obama over Inclusief Leiderschap’
Lees hier ‘Obama over Dienend Leiderschap’
Koop het boek hier
Ontvang een gratis e-book over Dienend Leiderschap, krijg de laatste blogs over leiderschap en storytelling in je inbox en mis niets! Meld je hier aan… >>