16-10-2020
WAAROM 1+1 GEEN 2 IS
Hoewel ik soms geweldige bewegingen in mijn hoofd had, werkten mijn voeten nooit echt mee. Al snel werd mij als jochie duidelijk dat er geen groot voetballer in mij schuilde. Om van alle andere sporten maar te zwijgen. Sport was dus niet mijn lievelingsvak op de middelbare school. Tijdens de eindeloze potjes softbal zorgde ik dan ook dat ik achter in de rij zat van het team dat aan slag was, in de hoop dat mijn teamgenoten al uitgegooid waren voordat ik aan de beurt was. En op het veld ging ik zo ver staan, dat ik er vrijwel zeker van kon zijn dat niemand de bal daar kreeg. Sport was voor mij dus meer een lange pauze in sportkleding.
Regelmatig hoor ik tijdens bedrijfstrainingen over effectief samenwerken de mooie kreet dat 1+1 3 is. Klinkt leuk, maar is onzin. 1+1 is niet eens 2, maar 1,86.
In 1913 deed ene Max Ringelmann een onderzoek onder twintig studenten die hij liet touwtrekken. Eerst een tegen een. Daarna, twee tegen twee, drie tegen drie, enzovoort. En wat bleek? Hoe groter het team werd, hoe minder hard de deelnemers aan het touw trokken. Ringelmann berekende dat de touwtrekkers die in tweetallen trokken slecht 93 procent presteerden van wat zij als individuen deden (vandaar dus dat 1+1 slechts 1,86 is). Bij een groep van acht tegen acht was de kracht waarop men aan het touw trok zelfs met 50 procent gedaald!
Dit Ringelmann-effect wordt ook wel ‘sociale luiheid’ genoemd. Wanneer we niet intrinsiek gemotiveerd zijn om onze bijdrage te leveren en niemand ons in de gaten houdt, gaan we achter in de rij zitten of zoeken we een plek ver weg op het veld waar geen bal komt.
Tijdens mijn sportlessen werd het lastiger – zo niet onmogelijk – weg te duiken wanneer we niet een teamsport deden, maar een tegen een moesten strijden. Een kans om in de anonimiteit weg te duiken was er niet meer. Ik moest dus wel aan de bak. Deed dus ook meer mijn best.
Teamwerk dus maar afschaffen? Natuurlijk niet. Maar laten we ook niet zo naïef zijn te denken dat hoe groter het team, hoe effectiever we kunnen werken. Nogmaals: onderzoek bewijst dat het tegenovergestelde het geval is.
Hoe het Ringelmann-effect op te vangen? 7 tips:
1) Werk aan de intrinsieke motivatie van alle individuen
2) Blijf investeren in kennis, kunde en vaardigheden van alle teamleden
3) Laat iedereen beseffen dat zijn of haar rol cruciaal is in het grotere plaatje
4) Zorg voor totale transparantie van ieders taken
5) Maak taken SMART
6) Blijf elkaars werk voortdurend evalueren
7) Zorg voor een buddy-systeem in grotere teams, waarbij de buddy’s elkaar blijven coachen en aanspreken
Voor dit blog is gebruik gemaakt van het boek Connexion van Jan de Schepper & Paul van den Bosch
Ontvang een gratis e-book over Dienend Leiderschap, krijg de laatste blogs over leiderschap en storytelling in je inbox en mis niets! Meld je hier aan… >>