16-03-2019
RECENSIE: GOEDE LEIDERS ZWEVEN NIET
Wat is nu werkelijk het effect van leiderschap op de resultaten van bedrijven, succes van politieke partijen of zelfs economische groei van landen? Is het echt zo dat het toepassen van al de in leiderschapsliteratuur aangereikte wijsheden garantie is voor succes, dit ongeacht de context waarin dit leiderschap wordt ingezet? Hoogleraren Janka Stoker en Harry Garretsen deden onderzoek naar deze – en andere – vragen en komen in hun boek ‘Goede leiders zweven niet’ met een aantal interessante bevindingen.
Zoals we van hoogleraren mogen verwachten, gaan zij in hun boek dieper dan de vaak standaard aangereikte tegeltjeswijsheden over leiderschap. Al maken zij zich er gezien de uitspraak ‘Leiders zijn meestal effectiever dan managers’ er zelf ook soms schuldig aan. Interessant – en diepgravender – zijn de analyses van politieke leiders als Trump en Rutte en CEO’s als Eurlings (een blauwe maandag KLM) en Hughes (NS).
Naar aanleiding van het leiderschap van de Amerikaanse president Trump beschrijven de auteurs het zogenoemde Dunning-Kruger-effect.
“Dit effect beschrijft hoe mensen die zeer incompetent zijn in een bepaalde rol of taak, de neiging hebben te denken dat ze veel competenter zijn dat ze zijn, juist omdat ze niet de vaardigheid en kennis – de zogenaamde metacognitie – hebben om te kunnen inschatten hoe goed of slecht ze in werkelijkheid zijn.”
Maar er is hoop. Deze metacognitie is aan te leren. De leider moet deze metacognitie volgens de auteurs ontwikkelen om realistisch naar zichzelf te gaan kijken, zodat hij of zij zijn eigen beprekingen (h)erkent. “En daar dient hij vervolgens actie op te ondernemen, door af te treden of door mensen om zich heen te verzamelen met kwaliteiten die zijn eigen tekortkomingen compenseren.”
Trump wordt ook aangehaald in het deel waarin de auteurs in gaan op het verschil en effect van transactioneel (“voor wat hoort wat”) en transformationeel (“I have a dream” of “Make America great again”) leiderschap. En zoals zij in hun boek met alle tegenstellingen doen, worden beide typen leiderschap gewikt en gewogen, zonder al te gemakkelijk het een of het ander als dé ultieme stijl te verheerlijken of juist af te doen als nutteloos.
Rutte wordt door Stoker en Garretsen beschreven als een typische transactionele leider (die zelfs afgeeft op het belang van een duidelijke visie: “Voor visie moet je naar de oogarts.”). Transactioneel leiderschap kan de economie vooruit helpen, aldus de auteurs, “maar kiezers hebben ook behoefte aan meer transformationele vormen van besturing.”
Moeten leiders als Rutte dan toch in de huid van leiders als Martin Luther King jr. kruipen? Nee, zo stellen de auteurs: “Het is verstandiger wanneer Rutte gewoon bij zijn transactionele leest blijft en als marktkoopman niet de dominee gaat uithangen.” Wel doen leiders er volgens de auteurs er goed aan hun eigen gebreken te compenseren door een team om zich heen te verzamelen die kiezers, medewerkers of klanten wel kunnen geven waar ze naar verlangen (die droom dus).
Duidelijk wordt uit de tien goed leesbare hoofdstukken die ‘Goede leiders zweven niet’ telt dat dé manier van leidinggeven volgens de auteurs niet bestaat. “De kern van het gehele boek is juist dat goed leiderschap altijd een combinatie is van de persoon en de omstandigheden.” Maar dit wil niet zeggen dat bepaalde eigenschappen van effectief leiderschap niet zijn aan te leren en de kans op succes vergoten. En ja, hierin kan een boek waarin een keer niet gestrooid wordt met de gebruikelijke tegeltjeswijsheden bijzonder van nut zijn.
Goede leiders zweven niet
Janka Stoker en Harry Garretsen
Uitgave van Business Contact.
Te koop via deze link