09-04-2024
Morele ambitie
In lezingen en trainingen richt ik mij al jaren op het belang van dienend leiderschap. Zijn we intrinsiek gemotiveerd om binnen onze eigen context echt iets voor de ander te betekenen? Of dit nu binnen het bedrijfsleven, in de politiek, in de winkel of thuis is. De wereld een beetje mooier maken. Creëren en dus stoppen met mens en planeet te frustreren. Dienend in plaats van zelfdienend leiderschap.
In zijn ‘Morele ambitie’ herken ik eenzelfde hartenkreet bij Rutger Bregman. Hij verlangt naar meer mensen die de wereld drastisch willen verbeteren. Naar professionals ‘die het verlangen hebben verschil te maken en iets achter te laten wat er werkelijk toe doet’. Wie kan hier nu tegen zijn?
Toch kreeg Bregman direct bij het verschijnen van zijn boek veel kritiek te verduren. Columnisten leken elkaar af te willen troeven wie Bregman het best kon aanpakken. Het werd een wedstrijdje ver plassen. Want eerlijk gezegd, begrijp ik al die zure commentaren niet. Natuurlijk valt er op het betoog van de historicus best wat aan te merken, maar laten we in vredesnaam beginnen met in de spiegel te kijken en ons afvragen wat wij zelf doen om van meerwaarde te zijn voor de ander - dichtbij en ver weg.
Ertoe doen
Bregman stelt ons de kritische vraag of we echt alles uit ons leven en onze loopbaan halen wat eruit te halen valt. En dan niet voor onszelf, maar voor ons allemaal. Wat nu wanneer we onze talenten zouden aanwenden voor iets wat er werkelijk toe doet, zo vraagt hij zich af. Bregman richt zich in zijn betoog met name op de mannen en vrouwen die op de Zuidas aan hun cv en bankrekening werken. Loodgieters, stratenmakers en ziekenhuispersoneel blijven buiten schot. Fair enough, lijkt mij.
The New York Times-columnist David Brooks stelde in feite dezelfde vraag, in zijn geweldige boek ‘De tweede berg’. Hij betoogt dat we door ons individualisme ‘morele vreugde’ missen. Daar waar we op de eerste berg geluk nastreven (een goede carrière, erkenning, status, et cetera,) jagen we op de tweede berg vreugde na: een gemoedsrust die voortkomt uit de liefdevolle overgave van jezelf aan anderen. Niet ik, maar wij dus. Of beter: hoe kan ik jou en de samenleving dienen? En, zo stelt Brooks zich kwetsbaar op: “Ik heb dit boek geschreven om mezelf te herinneren aan het leven dat ik wil leiden.”
En misschien verklaart dit laatste wel het verschil in de recensies die ik las over het boek van Brooks en dat van Bregman. Terwijl Brooks de lezer meeneemt in zijn persoonlijke zoektocht en hierin moedig zijn kwetsbaarheid toont, kiest Bregman er meer voor er met gestrekt been in te gaan. En ja, dit wekt net iets meer weerstand op bij columnisten die zich misschien stiekem realiseren dat ze maar wat aankloten op die eerste berg…
Baan niet opzeggen
Zelf werd ik dus wel enthousiast van Bregmans ‘Morele ambitie’. Omdat ik hoop dat het de ambitie van ons allemaal wordt. Al denk ik (zoals ik ook schrijf in mijn boek ‘Pure Winst’), dat we er vaak juist beter aan doen niet direct onze goedbetaalde baan op de Zuidas op te zeggen wanneer we de wereld een beetje mooier willen maken. Ik denk dat we veel effectiever kunnen zijn wanneer we zoeken naar mogelijkheden om binnen onze context echt verschil te maken. Waarom zou je als getalenteerde bankmedewerker je baan moeten opzeggen om de zoveelste stichting op te richten, als je misschien veel effectiever kunt zijn om de bank zo ver te krijgen een partnerschap aan te gaan met een al bestaande NGO? Of neem een goed betaalde accountant van een statige firma. Blijf lekker bakken met geld verdienen, als je vervolgens maar mooie dingen doet met wat er maandelijks op je rekening gestort wordt. Ik ken nog wel een organisatie die je donatie goed kan gebruiken…
Daarover gesproken. In de vele voorbeelden die Bregman geeft over mensen die positief verschil maakten, vertelt hij door zijn hele boek heen over vrouwen en mannen die een eind hebben gemaakt aan de slavenhandel in de 17e en 18e eeuw. Ik verbaas mij eerlijk gezegd een beetje dat hij in de opsomming van hedendaagse misstanden vervolgens met geen woord rept over moderne slavernij. In plaats daarvan gaat hij uitgebreid in op hoe verschrikkelijk wij met dieren omgaan. Terwijl ik in mijn rol bij International Justice Mission (IJM) zie hoe beestachtig wij met mensen omgaan. Mag ik bij deze pleiten voor meer morele ambitie in de strijd tegen slavernij en mensenhandel!
Hoe het ook zij: ‘Morele ambitie’ vraagt wat mij betreft om eerlijke zelfreflectie. Leef ik vooral voor mijzelf, of juist om anderen te dienen? Valt er meer uit mijn loopbaan te halen? Tim Keller, oud-voorganger van Redeemer in New York, schreef in zijn boek ‘Every Good Endeavor’ dat we onszelf de volgende vragen kunnen stellen wanneer we kijken naar ons werk:
- Wat is mijn wereldverhaal?
- Hoe bepaalt dit mijn doel, moraliteit e.d.?
- Hoe vertaalt zich dit in mijn dagelijkse werk?
- Welke mogelijkheden zijn er in mijn werk om:
- Individuen te dienen
- Samenlevingen te dienen
- Mijn beroepsgroep te dienen
- Te gaan voor kwaliteit
Ik wens deze wereld veel dienend leiderschap en morele ambitie toe! Mooi dus dat Bregman ons hierin een duwtje in de rug wil geven. Al kan dit duwtje voor sommigen wat vervelend aanvoelen. Get over it – kom in beweging.
Morele ambitie
Rutger Bregman
Koop het boek hier