03-02-2020
IK BEN GEEN BRAD PITT. MAAR TOCH…
“Dag meneer, Kamsteeg. Heeft u een goede week gehad?”
Ik was stomverbaasd.
Niet alleen herkende de serveerster mij blijkbaar (terwijl ik echt geen Brad Pitt ben), ook wist ze mijn naam nog. En dat terwijl het pas de tweede keer was dat ik het restaurant van dit hotel bezocht.
Ik voelde mij gelijk thuis. Of bijna dan, want tegen een kus en knuffel van mijn vrouw en drie dochters bij thuiskomst na een dag werken, is natuurlijk niet te concurreren, maar toch…
Nieuwsgierig hoe ze mijn naam nog wist, stelde ik haar die vraag, terwijl zij een wit wijntje voor mij inschonk.
“U tekende toch vorige week voor de rekening met uw naam?” was haar bijna verbaasde antwoord. Alsof het dus vanzelf sprak dat ze mijn naam nog kende!
Ik moet denken aan het hotel waar ik eerder een aantal weken achter elkaar verbleef. Daar ging ik op in de meute en at keurig in anonimiteit mijn bordje leeg (los van de groente dan die als versiering op mijn bord lag). Het viel mij daar direct op dat de serveerster mij bij het serveren van mijn diner niet eens een blik waardig gunde. Ze mikte het bord bijna op tafel en liep weer snel door. Niet vaker liet een vrouw mij zo duidelijk blijken dat ik inderdaad geen Brad Pitt ben… Bij lange na niet.
Hoe anders nu. “Meneer Kamsteeg…” Ik merk dat het me wat doet. Alleen aan het diner en je toch niet een kneusje voelen.
Een week later sprak ik aan de bar een collega van de dame die mij eerder zo verwelkomde. Hij had mij net – on the house notabene! – een wit wijntje ingeschonken. Nadat ik hem hartelijk had bedankt, vertelde ik hem over de attente collega van die week ervoor. Hij leek niet verbaasd.
“Wij laten onze gasten graag thuis voelen.”
Maar hier nam ik geen genoegen mee. Want elk zichzelf respecterend bedrijf noemt zichzelf klantvriendelijk. Ervaring leert echter helaas dat slecht weinigen het ook echt zijn…
“Misschien is het een cultuurverschil, meneer,” verklaarde hij. “Wanneer in Nederland bij iemand thuis het eten wordt gekookt, is het eigenlijk de bedoeling dat gasten zich opmaken om naar huis te gaan. In China is dit geen optie. Daar koken we extra en is het een vanzelfsprekendheid dat de gast aanschuift. Gastvrijheid is bij ons geen ‘moetje’, maar zit in onze genen.”
Ik schaamde mij nu een beetje. Ik had – en heb nog steeds – geen idee hoe hij en zijn collega heten. Terwijl ik hier nu toch al bijna twee maanden wekelijks te gast ben. Domme Nederlander…
Waar ik mij nu dan zo thuis voel? In het nieuwe Riva Hotel, aan de A13 in Delft. The place to be! (En nee, voor het geval je achterdochtig mag worden, hier krijg ik, of mijn werkgever AAme, geen gratis overnachting voor!)
Groei ook in een Royale organisatie met Loyale klanten. Al ben je nog zo’n kaaskop!