21-05-2024
Het generatie-effect
Oké, ik heb het tijdje proberen weg te stoppen, maar ik kan er niet meer onderuit: ik nader het stadium van ‘ouwe zak’. In de ogen van de jongere generaties dan. Want dat ik mijzelf nog ergens rond de dertig voel, voorkomt niet dat anderen mij zien zoals ik werkelijk ben: 48.
Eigenlijk had het een duidelijk signaal moeten zijn. Toen ik op mijn werk het album Dangerous van Michael Jackson had aanstaan, durfde een stagiair de vraag te stellen wie die zanger was. Mijn mond viel open. We hadden het over De King of Pop! De popheld uit mijn jeugd. De man van wie ik mijn allereerste LP kocht bij de V&D: Bad. En terwijl ik dit tik, realiseer ik mij dat ik echt oud ben geworden. Mijn dochters van 17, 15 en 9 hebben geen idee wat een LP is. En van de V&D hebben ze al helemaal nooit gehoord. Omdat ik mijn opvoedkundige taak serieus neem, kennen ze de muziek van Michael Jackson gelukkig wel. Al zetten ze – vreemd genoeg – liever Billie Eilish aan op Spotify. Potdorie, feit dat mijn oudste 17 is, zou alle alarmbellen bij mij al doen moeten afgaan.
Of toch niet…? Bij het lezen van ‘Het generatie-effect’ van Kim Jansen besef ik dat ook ik er met mijn 48 jaar mag zijn. En met mij ook al die collega’s die net iets jonger of ouder zijn. Of veel ouder en jonger. We hebben allemaal onze waarde – en eigenaardigheden. Al meen ik soms dat dit laatste vooral voor andere generaties geldt…
Divers
Jansen wijst er terecht op dat de beroepsbevolking nog nooit zo groot is geweest. En qua leeftijd nog nooit zo divers. Op een gemiddelde werkvloer proberen we effectief samen te werken met generatie X (1955 – 1970), Pragmaten (1970-1985), Generatie Y (1985-2000) en Generatie Z (2000-2015). En in de praktijk merk ik hoe verrekte lastig dit soms kan zijn. En ik ben de enige niet. Steeds vaker krijg ik in trainingen namelijk de vraag (van ‘ouderen’) hoe toch in vredesnaam aan ‘die jongeren’ leiding te geven. Want die jongeren… Een lijst aan irritaties volgt, met als algehele conclusie: geen land mee te bezeilen.
De deelnemers van mijn trainingen staan hierin niet alleen. In de dagelijkse praktijk ervaar ik zelf ook – met veel vallen en opstaan – dat het soms knap lastig werken is in teams waarin verschillende generaties vertegenwoordigd zijn. Simpelweg omdat we elkaar niet altijd begrijpen en vanuit onze eigen context de ander beoordelen. Een van de lijstjes met verschillen tussen oudere en jongere medewerkers die Jansen geeft spreekt wat mij betreft boekdelen. Laat mij een paar verschillen op een aantal thema’s aanhalen (‘oud’ vs ‘jong’):
Loyaliteit: Aan eigen werkgever en leidinggevende vs Aan eigen ontwikkeling en teamgenoten
Verwachtingen van manager: Wat verwacht mijn manager van mij? vs Wat verwacht ik van mijn manager?
Spelfout in mail: Slordig vs No worries.
Verbinding
Kortom: we zitten allemaal anders in elkaar. Dank aan Jansen dus voor haar uitvoerige en heldere boek. Zij neemt ons mee in de verschillen in de generaties, waarschuwt ons ervoor om in stereotypen te spreken én geeft praktische tips hoe naar elkaar te kijken en met elkaar om te gaan. ‘Als organisaties generatiemanagement toepassen in zowel beleid als gedrag, leidt dit intern tot onderling begrip, verbinding, vertrouwen, verbeterende samenwerking, meer werkenergie, betrokkenheid en gepassioneerde medewerkers,’ betoogt Jansen. Dit resulteert in ‘productontwikkeling, verbeterende dienstverlening, innovatie en meerwaarde voor klanten door beter aan te sluiten bij de behoefte.’ De boodschap is duidelijk: we doen er allemaal goed aan elkaar beter te leren kennen, te begrijpen en in te zetten. Diversiteit en inclusie dus.
Laat me afronden met tien tips die Jansen geeft (en in haar boek goed uitwerkt):
- Kom uit je bubbel
- Leer elkaar kennen
- Wees mild, begripvol en respectvol
- Draai het om
- Verken en toets vooroordelen en voorkom leeftijdsdiscriminatie
- Ontdek je blinde vlekken
- Zet je talenten bewust in
- Blijf je verwonderen
- Spreek je uit
- Zoek gemeenschappelijkheden
Genoeg werk aan de winkel dus. En dat mijn jongere collega’s niet automatisch de drang krijgen er een moonwalk uit te gooien bij het horen van de eerste beats van Billy Jean, zal ik ze vergeven. Ik troost mij met de gedachte dat de kans groot is dat de artiesten die zij liever luisteren, zich hebben laten inspireren door mijn muzikale held. Zo komen de generaties toch nog een beetje samen – en kunnen we ongetwijfeld veel van elkaar leren. Qua muziek, maar belangrijker nog – qua manier van werken en leidinggeven.
Het generatie-effect
Kim Jansen
Koop het boek hier