28-10-2022
EERLIJK OVER STATUS
Ik voelde mij de koning te rijk. Dit keer hoefde ik mij niet met mijn koffer langs de passagiers in de businessclass te wurmen, maar zat ik zelf languit in een van de comfortabele stoelen die ik voor de nachtvlucht kon omtoveren tot een prima bed. Terwijl ik al een glas (in plaats van een ordinair plastic bekertje!) wijn in mijn hand hield, zag ik de paar honderd stumpers passeren die achter het gordijn in de economyclass tegen elkaar aangeplakt moesten plaatsnemen.
Het is dat de succesvolle ondernemer met wie ik reisde geen zin had opgepropt naar huis te moeten vliegen en zichzelf en mij een ticket businessclass cadeau had gedaan. Normaal gesproken maak ik namelijk deel uit van het klootjesvolk dat mopperend op zoek gaat naar zijn plek in het vliegtuig en vol afgunst de businessclass passeert. ‘De aso’s… Waar doen ze het van?!’
In ‘Eerlijk over status’ gaat Peter van Lonkhuyzen in op de vraag welke rol status speelt in onze ambities en succes. En hoe de statusdrijfveer – die we allemaal hebben! – ons doen en laten beïnvloedt. Want dat status invloed heeft, maakt de auteur direct duidelijk. Zo haalt hij een onderzoek aan waaruit blijkt dat in vliegtuigen met businessclass de kans op agressie vier zo groot is dan in vliegtuigen zonder. Ik kan mij er alles bij voorstellen.
Het is in de mens ingebakken dat we onszelf voortdurend met anderen vergelijken. En met die ‘anderen’ gaat het standaard om mensen die rijker, succesvoller, knapper, sportiever et cetera zijn, dan wij zelf. Of zoals iemand mij tijdens een bezoekje aan de haven van Monaco eens zei: “Niemand is hier echt gelukkig. Er is namelijk altijd iemand die een groter jacht heeft dan jij…”
Onze behoefte naar en het willen vasthouden aan verworven status is een natuurlijk, biologische verklaarbaar gegeven. Om hier goed mee om te gaan, is het daarom allereerst van belang te onderkennen dat we allemaal een statusdrijfveer hebben. Opvallend daarom dat de manager die onlangs in een van mijn trainingen zat een van de weinigen was die op de vraag naar zijn drijfveren om een leidinggevende rol te ambiëren, durfde te zeggen dat status hierin ook een rol speelde. ‘We zijn dol op populariteit,’ schrijft Van Lonkhuyzen, ‘maar als iemand openlijk naar status streeft, kijken we daarop neer.’ Terecht de volgende waarschuwing van de auteur: ‘Pas op als mensen er prat op gaan géén status te willen. Voor je het weet houden ze een wedstrijd in zo min mogelijk status te willen.’
Goed, de link naar leiderschap dan. Want juist in de verhouding tussen leidinggevenden en medewerkers speelt de statusdrijfveer een belangrijke rol. Zo kijken medewerkers met een letterlijk ziekmakende jaloezie naar leidinggevenden wanneer deze duidelijk profiteren van de voordelen die met de rol komen. Leidinggevenden verliezen op hun beurt met de dag dat zij meer status hebben hun empathisch vermogen met hen die het minder goed voor elkaar hebben dan zijzelf. Lonkhuyzen verwoordt het erg mooi: ‘Wat leiderschap zo moeilijk te beheersen maakt, is dat het zijn eigen risico onlosmakelijk met zich meedraagt. Het is een paar schoenen waarvan de zolen naarmate je de ladder opklimt, automatisch gladder worden. Hun positie vergroot voor leiders hun kans op een miskleun en verkleint de kans dat ze worden gecorrigeerd.’
Hoe meer status, hoe minder zelfreflectie veel leidinggevenden lijken te hebben. Zo laten studies zien dat mensen met een hogere statuspositie gemiddeld meer zelfvertrouwen en een gevoel van eigenwaarde hebben. Ze hebben relatief veel geloof in eigen kunnen, zijn optimistischer en – daar komt die! – schatten zichzelf langer in dan ze in werkelijkheid zijn, terwijl ze anderen juist kleiner inschatten dan ze zijn. Een grappig feitje, maar ernstiger wordt het wanneer Lonkhuyzen beschrijft dat mensen in een dominante rol hun eigen belangen en waarden vaak zwaarder laten wegen dan die van anderen: ‘de zelfgerichtheid blijkt snel te ontstaan’.
‘Machtsgevoel beïnvloedt het morele oordeel. Van Lonkhuyzen haalt een studie aan waaruit blijkt dat deelnemers aan een onderzoek die gevraagd werd om terug te denken aan een situatie waarin zij macht hadden, daarna sterker geneigd waren om de belasting te ontduiken en verkeersovertredingen te begaan. Uit een andere studie in Nederland blijkt dat hoger geplaatsen niet alleen vaker de intentie hadden om vreemd te gaan, maar dit ook daadwerkelijk hebben gedaan. De auteur haalt onderzoeker David Keltner aan: ‘Naarmate mijn werk over het misbruik van macht vorderde, kreeg ik het idee dat de ervaring van macht en privileges als een soort hersenbeschadiging zijn, die ons tot op eigenbelang gericht, impulsief gedrag aanzet.’
Genoeg schokkende bewijzen dus dat het grote verschil in status tot problemen – waaronder dus ziekten en agressie – kan leiden. De oplossing ligt volgens Van Lonkhuyzen voor de hand: ‘We moeten zorgen dat er minder ongelijkheid is.’. Veel ingewikkelder dan dit hoeven we het niet maken. ‘Hoe groter de ongelijkheid hoe oneerlijker de samenleving voor mensen die onderaan staan aanvoelt, en oneerlijkheid geeft stress. Je zit in een benauwde armzalige vliegtuigstoel vast, terwijl de businessclasspassagiers voor je ogen worden verwend.’
De oplossing lijkt simpel. De uitvoering ligt vrees ik een stuk lastiger. Ik moet de eerste businessclasspassagier nog tegenkomen die zijn luxepositie spontaan opgeeft om zich bij het gepeupel te voegen.
Eerlijk over status
Peter van Lonkhuyzen
Koop het boek hier